Past de zorg?
Tijdens een gesprek over passende zorg (een beweging vanuit VWS die aanstuurt op meer focus op gezondheid, zorg die persoonlijke waarde toevoegt, dicht bij huis geleverd wordt en in samenspraak tot stand komt) werd er door een van de deelnemers verontwaardigd genoemd dat slechts 13% van de zorg in het ziekenhuis redelijk tot zeer sterk bewezen effectief is. Dat betekent dus dat 87% dat niet is! Ik voelde zelf een grote opluchting want voor mij was dit het onomstotelijke bewijs dat onze zorg complex is. Stel dat we die 87% niet bewezen zorg morgen zouden afschaffen, dan zouden er zeker doden vallen. En als we die 87% zouden moeten bewijzen hebben we vele miljarden euro’s nodig en jaren van ingewikkelde trials om erachter te komen dat er nogal wat praktijksituaties zijn die niet wetenschappelijk bewezen kunnen worden. Hoe ga je bijvoorbeeld bewijzen dat het effectief is om een 73-jarige man met diabetes en heupklachten, na een heupoperatie met fysiotherapie te mobiliseren als er ook net met een antihypertensivum gestart is en er tijdelijk wat slaapmedicatie gegeven wordt (het is wennen, slapen in een ziekenhuis, zeker als vorige maand je partner overleden is). En hadden we die heupoperatie überhaupt wel moeten doorzetten? Want misschien bewezen effectief bij heupslijtage maar ook gewenst door de patiënt?
Toch kwam de inbrenger van de verontrustende constatering tot een andere conclusie; zorg die niet bewezen effectief is moet je niet willen leveren. Als we die basisregel vasthouden zullen we de kosten beperken en de kwaliteit verhogen. Inderdaad denk ik ook dat het verhogen van de kwaliteit en beperken van de kosten dé grote uitdagingen zijn waar we voor staan. Maar laten we de troef van bewijslast niet te hard inzetten. Met alle stakeholders bouwen aan een toekomstbestendig zorgstelsel vraagt in mijn ogen niet om bewijs maar om commitment en kritische reflectie.
Floortje Scheepers, Medisch afdelingshoofd, hoogleraar - Divisie Hersenen, Psychiatrie Universitair Medisch Centrum Utrecht